top of page

Buitengewoon onderwijs



Het buitengewoon onderwijs is er voor kinderen met verschillende vormen van beperkingen en problemen en staat open voor kinderen van een leeftijd van 2,5 tot 21 jaar, uitzonderlijk ook ouder. Ze volgen een leerprogramma op maat en krijgen specifieke begeleiding waar nodig, bijvoorbeeld hulp van een logopedist of kinesist. De aanvraag voor buitengewoon onderwijs gebeurt via het CLB.


Wat is het verschil met gewoon onderwijs?


In het gewoon onderwijs zijn de lessen op maat van de hele klasgroep. In het buitengewoon onderwijs zijn de lessen aangepast wat jouw kind nodig heeft. Dat is best een verschil. Vaak zijn de klasgroepen kleiner, is het klaslokaal aangepast aan de noden van de leerlingen en is er een heel duidelijke structuur tijdens de dag. In het buitengewoon onderwijs volgt je kind altijd een leerprogramma op maat, aangepast aan zijn noden. Dat noemen we een individueel aangepast curriculum (IAC).

Het doel van het buitengewoon onderwijs is om een mogelijke terugkeer naar het gewoon onderwijs mogelijk te maken of, als dat niet lukt, om de integratie in de maatschappij en de arbeidswereld zo vlot mogelijk te laten verlopen.


Het buitengewoon onderwijs bestaat in verschillende vormen en types.


Er bestaan verschillende vormen en types in het buitengewoon onderwijs, elk met eigen kenmerken. Naargelang wat jouw kind nodig heeft, zal het dus naar een bepaald type buitengewoon onderwijs kunnen. Er bestaan 8 types in het buitengewoon basisonderwijs: type 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9 en type basisaanbod. Type basisaanbod komt niet voor in het kleuteronderwijs. In het buitengewoon secundair onderwijs zijn er vier opleidingsvormen: OV1, OV2, OV3 en OV4. Een opleidingsvorm bereidt je voor op je traject na het secundair onderwijs.

Er zijn niet zo veel scholen als in het gewoon onderwijs. Het zou best kunnen dat de school die geschikt is om in te spelen op de behoeften van jouw kind, niet in jouw buurt is.


Leerlingenvervoer


Voor kinderen in het buitengewoon onderwijs, wordt er gratis busvervoer voorzien. Hou hierbij wel rekening met de voorwaarden. Zo betreft dit enkel woon-schoolverkeer; het vervoer naar stageplaatsen hoort hier bv. niet onder. Daarnaast geldt deze regeling enkel voor de dichtstbijzijnde school van het onderwijsnet dat je kiest en waar het type van jouw kind wordt aangeboden.

Meer weten?

 

Niet-schoolgaand traject


Bij sommige kinderen merken we dat, ook binnen het buitengewoon onderwijs, school te overvragend is. Ze hebben moeite met het verwerken van de vele prikkels (geluiden van andere kinderen, de overgang van het klasje naar de speelplaats, de busrit, enz.) en kunnen zich moeilijk concentreren op een taakje in de klas. Vaak zijn ze bij het thuiskomen erg onrustig en vermoeid. Soms leidt dit tot woede-uitbarstingen of ‘onhandelbaar’ gedrag. Merk je dit op bij je kind, spreek dan gerust de leerkracht en/of pedagoge aan. Samen kan er gezocht worden naar wat helpend kan zijn. Een apart hoekje in de klas, het gebruik van een hoofdtelefoon, het vaker aanbieden van rustmomenten, een andere manier van communceren, … Er zijn verschillende diensten die jou en de school hierbij kunnen helpen. We noemen dit dan een ‘outreach’. Denk hierbij zeker aan onze eigen thuisbegeleidingsdienst, maar bv. ook aan SIT, een initiatief van Dienstencentrum Sint Oda. Meer info op Support & InterventieTeam - Sint oda.

Voor sommige kinderen is er echter meer ondersteuning nodig dan wat men in een school kan bieden. Er wordt dan gesproken over een niet-schoolgaand traject, waarbij je kind wordt vrijgesteld van de leerplicht. Dit brengt voor ouders vaak heel wat onzekerheden mee. Je vraagt je af waar je kind dan wel terecht kan. Misschien voelt het alsof je kind ‘opgegeven’ wordt. Of ben je bang dat je kind zich onvoldoende zal kunnen ontwikkelen. Bespreek deze twijfels zeker met de pedagoge of het CLB. Laat je voldoende informeren, en ga eens kennismaken bij de schoolvervangende dagopvang of dagbesteding van een MFC.


Een MFC? Wat is dat?


MFC is de afkorting voor multifunctioneel centrum: een centrum voor personen met een beperking tot en met 21 jaar die nood hebben aan specifieke ondersteuning. Dit kan in de vorm van begeleiding, schoolaanvullende of schoolvervangende dagopvang of verblijf. Bij de schoolvervangende dagopvang wordt er tijdens de schooluren een alternatief programma aangeboden. Je kind kan er ook gebruik maken van diverse vormen van behandeling en training (kinesitherapie, logopedie, ergotherapie, zelfredzaamheidtraining, …). Een aanvraag voor een MFC kan enkel via een MDT (multi-disciplinair team), doorgaans verloopt dit via het CLB.

Binnen een MFC wordt er niet meer gesproken over een ‘klas’, maar over ‘leefgroepen’. Je kind is hier niet gebonden aan leerdoelstellingen. Dit maakt dat er nog meer op maat kan gewerkt worden. Het aantal kinderen binnen een leefgroep kan variëren, afhankelijk van de werking van het MFC en de noden van de leefgroep. Er is een vast team van begeleiders en vaak zijn er meerdere begeleiders tegelijk aanwezig. Zo kan je kind intensiever worden ondersteund. Daarnaast is er binnen een MFC meer ruimte om één-op-één te werken. 

Zowel binnen de dagelijkse werking van de leefgroep als tijdens individuele momenten met therapeuten, wordt er veel aandacht geschonken aan ontwikkelingsstimulatie. Denk hierbij aan het oefenen met het zelf aan-en uitkleden, het zelfstandig eten, SMOG-training, leren fietsen, stappen, enz. Vaak bevat een MFC ook extra faciliteiten, zoals een snoezelruimte, een therapieruimte, aangepast spel- en sportmateriaal, een zwembad, een ballenbad, een luchtkussen, … en worden er verschillende activiteiten aangeboden; muziektherapie, beweging op maat, paardrijden, een snoezelbadje, kookactiviteiten,.. De ontwikkeling van je kind staat hier dus zeker niet stil!

Meer info?



12 weergaven0 opmerkingen

Gerelateerde posts

Alles weergeven

Comments


bottom of page