Carnaval, een kleurrijke en levendige gebeurtenis die elk jaar de boel op stelten zet. Voor veel kinderen is het een tijd van opwinding, creativiteit en een leuke manier om samen te komen. Maar voor kinderen met autisme kan carnaval érg lastig zijn.
Voor kinderen met autisme kan carnaval overweldigend zijn vanwege verschillende sensorische en sociale aspecten. Denk maar aan harde muziek, onvoorspelbare dagen, veel mensen dicht op elkaar, de geur van zweet, verkleedkleren... Allemaal prikkels die spanningen kunnen opbouwen.
Verkleden kan écht onaangenaam zijn. Denk bijvoorbeeld aan het fel ruikende plastic masker, de schmink die vaak gaat schilferen op de huid of na een tijdje begint te jeuken. De verkleedkledij kriebelt, de etiketjes prikken, het pak is te groot of te klein, ... Erg comfortabel voelen we ons vaak niet als we ons verkleden.
Maar ook andere kinderen of volwassenen in verkleedkleren zien, is soms een uitdaging. Ze zijn dan niet meer zo goed herkenbaar, waardoor kinderen nog meer spanningen ervaren of zich zelfs angstig of onveilig kunnen voelen.
Op een auti-vriendelijke manier carnaval vieren? Het kan met deze tips!
Maak gebruik van gehoorbescherming: (noise cancelling) koptelefoon, oordopjes, … om je kind te beschermen tegen de harde muziek en de drukte.
Sensorisch materiaal of anti-stress materiaal, zoals een tangle, fidget-toy of kauwsieraden, kan zorgen voor de nodige afleiding in drukke momenten of wanneer je kind spanning ervaart. Dit soort materiaal zorgt ervoor dat de spanning terug gereguleerd wordt. Je kan het eventueel ook bevestigen aan de carnavalsoutfit.
Is je kind gevoelig voor geuren? Laat hem of haar dan bv. een zakdoek met een favoriet geurtje meenemen. Je kan ook een aromatherapie inhaler overwegen.
Bouw momentjes van rust in om je kind even te kunnen laten bekomen. Sommige kinderen vinden het dan fijn om te kunnen bewegen (trampoline, schommelen,… ).
Zorg voor voorspelbaarheid door duidelijk weer te geven hoe de dag er uit gaat zien. Werk bij voorkeur met een visueel dagschema.
Beperk de spanning tijdens de rest van de dag. Denk niet alleen goed na over de activiteit zelf, maar ook over het ‘ervoor’ en ‘erna’. Houdt zoveel mogelijk je normale dagstructuur aan. Wordt er bijvoorbeeld thuis gegeten? Na de stoet gezellig samen frietjes eten kan leuk klinken, maar kan ook de druppel zijn die figuurlijk de emmer doet overlopen na een leuke middag.
Verplicht je kind niet om zich te verkleden. Voor sommige kinderen die last hebben van tactiele prikkelgevoeligheden zit zelfs ‘gewone’ kleding niet lekker. Bekijk wat je kind wél wil, zoals bijvoorbeeld een gekke trui of onesie.