top of page

Getuigenissen: autisme en genderidentiteit


Akito


Mijn naam is Akito, ik ben 33 jaar. Ik woon in een zorgwoning bij mijn ouders. Ik ben als meisje geboren, en ga al 33 jaar door het leven als vrouw.


Ik heb altijd het gevoel gehad dat ‘meisje’ of ‘vrouw’ zijn, iets is dat niet bij mij past. Het gevoel verkeerd te zitten, is er volgens mij al altijd geweest, zover mijn herinneringen strekken.

Ook mijn vriendinnen zeggen dat ze dit altijd van mij gehoord hebben en dit altijd ook gezien hebben.


Ik kreeg al heel vroeg borstontwikkeling, ik denk al op 9 jaar. Ik was toen vrij zwaar, dus je zag het ook al snel. En bovendien had ik op 11 jaar mijn eerste maandstonden. Dan was ik helemaal de uitzondering: ik zag er niet uit zoals de anderen op die leeftijd, ik kon om de 4 weken niet mee zwemmen, en een zwempak verhult ook niet veel hé. Ik voelde mij een vreemde in mijn lichaam, en ik werd er ook mee gepest.


Dat mijn lichaam zo veranderde, viel mij zwaar. Ik had hier niet om gevraagd, ik wilde dit niet.

Maar ja, het enige wat daar toen over gezegd werd, was: je bent een meisje, dit hoort er bij, zo is het nu eenmaal. Hoe ouder ik werd, hoe meer ik hierdoor gefrustreerd ben. Borsten vind ik alleen maar hinderlijk, een baarmoeder heb ik niet nodig want ik wil nooit kinderen, maandstonden zijn een last.


Het gevoel verkeerd te zitten, is er volgens mij al altijd geweest, zover mijn herinneringen strekken.

Ik had ooit gehoord dat, als je lang de pil na elkaar neemt zonder pauze, dat je dan problemen krijgt met je baarmoeder. Daarom heb ik vele jaren zonder onderbreking de pil genomen: omdat ik dacht dat ik zo mijn baarmoeder naar de knoppen kon helpen, en die er dan wel uit zou MOETEN.

Mijn afkeer van ‘vrouw zijn’, heb ik vele, vele keren geuit. Vele keren heb ik de wens uitgesproken om geen vrouw meer te moeten zijn. Maar ik vond nooit gehoor.


Mijn ouders werden kwaad, ze zeiden dat ik normaal moest doen, dat ik moest zwijgen over die zotte dingen. Mijn ouders willen tot in het extreme voor mij zorgen, maar voor mij voelt dat dikwijls zeer verstikkend aan, dat ik mij moet wringen in een beeld dat zij hebben maar waar er geen ruimte is voor wie ik echt ben.


De dokter, de psycholoog: ze dachten allemaal dat het een fase was, dat het wel zou passeren.

Maar die ‘fase’ duurt nu toch al 20 jaar, dat is toch wel erg lang hé voor een ‘fase’?


Bij enkele vriendinnen, en ook bij mijn tante, kon ik wel eens open zijn hierover. Dat was wel een steun, maar ja, echt het probleem verhelpen kunnen zij niet hé.


Het is ook zo dat ik, doordat ik niet in dit lichaam wilde leven, verschillende keren aan zelfmoord gedacht heb en ook mezelf verwond heb. Je ziet de krassen nog op mijn arm. Het hangt ook samen: jaren gepest zijn op school, nergens terecht kunnen, geen hulp krijgen. Ik was er liever niet meer (nog steeds eigenlijk, want ik heb een dossier bij LEIF) dan zo verder te moeten.

Pas sinds kort heb ik, met steun van mijn thuisbegeleidster, enkele stappen vooruit kunnen zetten.

Ik heb contact genomen met de genderkliniek te Kortrijk en te Gent. Ik heb nu gesprekken met de psychologe verbonden aan de genderkliniek, en we zijn samen aan het verkennen wat voor mij de beste weg is:

  • Waar bevind ik mij juist op het spectrum qua genderidentiteit?

  • Is een hormoontherapie dan voor mij de goede oplossing?

  • Wat kan er op gebied van chirurgie? Wat zijn de voor- en de nadelen?

Vooraleer ik daar naartoe kon, heb ik wel de moeilijke communicatie moeten doen naar mijn ouders toe. Hun reactie was dat ze hier zeker niet aan gaan meewerken, maar dat ze het ook niet zullen tegenwerken. Dat is niet echt een grote steun dus, maar ik kan er wel mee leven. Vooral omdat ik toch een paar vriendinnen heb die soms met mij meegaan op de gesprekken in de genderkliniek, zo sta ik er niet alleen voor. Voorlopig praat ik er niet meer over met mijn ouders. Ik vertel niets, en zij vragen niets.


Ik kreeg via de genderkliniek en via mijn thuisbegeleidster ook de contactgegevens door van lotgenotengroepen. Maar daar deed ik nog niets mee. Contact maken met vreemde mensen, spreken in een groep, dat is een enorme drempel als je autisme hebt. Die bijeenkomsten zijn ook altijd ’s avonds, zal ik daar meer info uit halen, moet ik daarvoor ook mijn vriendin meevragen zodat ik niet alleen ben? Dus ik twijfel of ik daar ooit iets mee ga doen.


Naar mijn gevoel sta ik nu on hold. Ik ben in verkenningsfase. Het kan nog alle kanten op, en er is nog een lange weg te gaan.

Aan mensen die met hetzelfde probleem als ik worstelen, wil ik wel de raad geven: ga naar de genderkliniek, en doe dat zo snel mogelijk. Blijf niet alleen zitten met je probleem. Er zijn lange wachtlijsten, je hebt dus nog ruim de tijd om je weg te zoeken. En er is goede begeleiding.

Is voor jou de oplossing hormoontherapie en/of operatie? Dan ben je al aan het juiste adres. En vind je een oplossing waarvoor je geen hormoontherapie of operatie nodig hebt? Dan schrap je jezelf gewoon van de wachtlijst.

Voor mezelf was de stap naar de genderkliniek zeker een goede stap. Ik weet dat ik er nog lang niet ben, maar nu ben ik tenminste toch onderweg. En dat is beter dan helemaal alleen stilstaan.


 

Lou


Ik ben mama van 2 kinderen, beide hebben autisme, maar het zoeken naar haar identiteit verliep bij onze dochter toch nog iets moeilijker dan bij onze zoon.


Heel lang waren we zelf, als ouder, ons niet bewust van de struggle waar ze in vast liep. Ze was nooit een meisje-meisje geweest, maar dat het haar zo verwarde kwam pas tijdens haar puberteit ineens heel duidelijk naar voren. De confrontatie met haar veranderende lichaam had het zoeken naar de genderidentiteit als het ware in gang gezet. Toen ze jonger was kon ze de verwarring negeren, maar daarna niet meer. Er waren zeker een aantal signalen die we nu wel kunnen linken aan de zoektocht; zoals het moeilijk omgaan met de eerste menstruatie –het zoeken naar genderneutrale kledij die ook ‘vormen’ camoufleert – het vernielen van alles ‘wat gelinkt is’ aan de vroegere meisjesnaam… Toen ik dit laatste ontdekte, wist ik dat er iets meer aan de hand was, het gaf stap voor stap wat meer inzicht in de oorzaak. Het is voor mij absoluut zeker dat genderdysforie een aangeboren iets is. Het is geen bevlieging, het is niet iets dat ‘hip is’, het is er al lang – het is geen keuze, het is hiervoor te duidelijk aanwezig. Anderen twijfelen vaak spontaan of ze een jongen of een meisje is, dat geeft voor ons aan dat er toch iets moet zijn die veel meer is dan een innerlijk gevoel bij haar.


Alles wat we in ons gezin sindsdien hebben beslist, voelt voor Lou -en ook voor ons- comfortabel aan. Ze voelt zich goed bij het kiezen van een genderneutrale naam – ook een genderneutrale kledingstijl is helemaal oké… Voor haar hoeft een transitie niet, ze voelt zich geenszins een transgender. Je hebt roze – je hebt blauw, maar ‘ik ben paars – zowat tussenin’… Een vraag over hoe we haar best aanspreken, lijkt zelfs wat grappig. Jammer, maar er bestaat eigenlijk niet iets in het Nederlands, dus doe maar gewoon ‘zij’.


Ik weet dat dit voor Lou erg traumatisch moet zijn geweest, ze durfde er niet over praten – ging in volledige ontkenning, sloot zich op, gleed af in een depressie. Ze wist ook niet dat het een optie kon zijn om geen ‘meisje’ maar ook geen ‘jongen’ te hoeven zijn… Als ouders is het ook confronterend – hoe open minded we ook zijn.


Gelukkig hebben we dit proces tot dusver niet alleen doorlopen, we lieten ons omringen door ervaren professionelen, dit kan ik enkel maar adviseren! Het helpt ons te communiceren, de zaken te bespreken, te horen dat dit niet ‘raar’ is – dat stemt ons ook wel gerust…


Sommige beslissingen hebben ook tijd nodig, denk maar aan het zoeken van een nieuwe naam… Ook hoe je je omgeving, familie, vrienden, een schoolteam ea hierover informeert, en hoe zij hiermee omgaan, is niet altijd evident – maar o zo essentieel in het steunen van Lou.


En het autisme, tja, misschien werd het sneller communiceren over dit thema wel bemoeilijkt door haar autisme; misschien was er ook wel een soort van ‘hokjesdenken’- in de zin van, het is er gewoon niet als ik er niet over praat. Misschien is het lange ontkennen, het splitsen van het probleem – zwart wit denken over het thema, ook wel iets wat door haar autisme kan verklaard worden.


Als je even terugkeert in de tijd, dan lijkt het alsof op dit moment alle puzzelstukjes wat in elkaar zijn gevallen, we zijn op goede weg…


 

Zit je zelf met vragen of bedenkingen? Nood aan een gesprek?
  • Wie vragen heeft over gender en genderidentiteit, kan terecht bij het Transgender Infopunt, op het gratis en anoniem nummer 0800 96 316 of op www.transgenderinfopunt.be.

  • Wie met vragen zit over zelfdoding kan terecht op de Zelfmoordlijn, op het gratis nummer 1813, of op zelfmoord1813.be.

  • Jongeren kunnen terecht bij Awel op telefoonnummer 102, of via chat op awel.be.



44 weergaven0 opmerkingen

Gerelateerde posts

Alles weergeven
bottom of page